Wie zijn wij

Moslims die tot de Lahore Ahmadiyya Beweging in de Islam behoren geloven dat er geen god is behalve Allah en dat Mohammed de Boodschapper van Allah is. Zij geloven ook in de uitspraak van de heilige profeet Mohammed (moge vrede en de zegeningen van Allah op hem rusten): "Ik ben de laatste der profeten, na mij komt er geen profeet". Dit houdt in dat zij geloven dat de heilige profeet Mohammed (vzmh) de allerlaatste profeet is die door Allah naar de wereld is gezonden. Na hem kan er geen oude of nieuwe profeet meer verschijnen. De stichter van de Ahmadiyya Beweging in de Islam, Hazrat Mirza Ghulam Ahmad »

 

Boeddha, een profeet van Allah

Vervang profeet door heilige

 

Schrap het woord ‘profeet’ uit mijn werken en vervang dat door ‘heilige’
 
Hazrat Mirza Ghulam Ahmad heeft in februari 1892 een publieke verklaring afgelegd, waarin hij de kwestie van het gebruik van het woord nabi voor iemand die in werkelijkheid een muhaddas is, helemaal duidelijk heeft gemaak. Deze verklaring werd ondertekend door acht getuigen en maakte een einde aan een discussie met een moslimtheoloog in Lahore, maulvi Abdul Hakim, door de volgende schriftelijke verklaring uit te brengen:
 
“Laat het bij alle moslims bekend zijn dat al zulke woorden die in mijn werken Fath Islam, Tauzih Maram en Izala Auham voorkomen, met de strekking dat een muhaddas in zekere zin een profeet is, of dat een muhaddas een gedeeltelijk profeetschap of onvolmaakt profeetschap inhoudt, niet in hun werkelijke zin genomen moeten worden, maar op ongekunstelde wijze gebruikt zijn overeenkomstig hun stambetekenis; anderzijds maak ik geen aanspraak dan ook op het echte profeetschap. Aan de ander kant, zoals ik in boek Izala Auham, p. 137, heb geschreven, is het mijn geloofsopvatting dat onze Leider en Meester, Mohammed Mustafa (vrede en zegeningen van God zij met hem), de Khatam-ul-Anbiya(Laatste der Profeten) is.
 
Ik wil dus aan alle moslimbroeders duidelijk maken, dat indien deze woorden hen niet bevallen en indien deze woorden hun gevoelens kwetsen, dan mogen zij al zulke woorden als gewijzigd beschouwen, en in plaats daarvan achten dat ik het woord muhaddas heb gebruikt. Want ik wens geen onenigheid en disharmonie onder de moslims te creëren.
 
Vanaf het begin, zoals God als beste weet, is het nooit mijn bedoeling geweest dit woord nabi te gebruiken in de betekenis van daadwerkelijk een profeet, maar slechts als aanduiding van een muhaddas, wat de Heilige Profeet heeft uitgelegd in de betekenis van iemand die door God wordt toegesproken. Van de muhaddas wordt in een gezegde van de Heilige Profeet gezegd: ‘Onder de Israëlieten die vóór jullie waren, bevonden zich mannen die door God werden toegesproken hoewel zij geen profeten waren, en indien er zich een bevindt onder mijn volgelingen, dan is het Umar.’
[Bukhari, Deugden van Umar]
 
Daarom aarzel ik niet in het minst mijn bedoelingen in een andere vorm uit te drukken ter geruststelling van mijn moslimbroeders, en die andere vorm is, dat men op elke plaats in plaats van het woord nabi het woord muhaddas moet lezen, en dat het woord nabi als verwijderd moet worden beschouwd.”
 
Majmu’a Ishtiharat, vol. 1, p. 313
 

1.      Lees hier hoe Hazrat Mirza Ghulam Ahmad zijn standpunt jaren later bevestigde.

Hieronder is een scan van de originele tekst in het Urdu.