Uw webmail of emailprogramma ondersteunt geen HTML. U kunt uw account activeren door de link te kopieren en te plakken in uw webbrowser.
De naam van ons geloof is islam. Dit woord wordt uitsproken als: ies-laam.
Een volgeling van de islam staat in het Nederlands bekend als een moslim. De juiste uitspraak van het oorspronkelijk Arabisch woord is echter moes-liem.
Het woord islam betekent ‘vrede aangaan’ en ook ‘onderwerping aan God’. Moslim betekent daarom iemand die vrede heeft gesloten, zowel met God als met de mens, door onderwerping aan God.
Deze namen zijn te vinden in de Heilige Koran, het heilige boek van de moslims. God zegt bijvoorbeeld:
“Ik heb voor jullie (o mensheid) de islam gekozen als religie.” (hoofdstuk 5, vers 3, oftewel afgekort 5:3), en “Hij (God) noemde jullie moslims.” 22:78
Dat is het vrede sluiten met God, wat betekent het volledig onderwerpen en gehoorzamen aan God. En ook het vrede sluiten met de mensheid, wat betekent dat we goeddoen aan de mensen om ons heen. Dit basisprincipe wordt op de volgende manier in de Heilige Koran beschreven:
“Wie zich volledig onderwerpt aan Allah en goeddoet (aan anderen), vindt zijn beloning bij zijn Heer.” 2:112
(Let op: het woordje ‘hij’ betekent op dergelijke plaatsen in de Koran niet slechts een man, maar ieder menselijk wezen, mannelijk of vrouwelijk).
De godsdienst van de islam in de huidige vorm kwam tot ons door de leer van de heilige profeet Mohammed, die ongeveer 1400 jaar geleden (geboren in 571 n.Chr., gestorven in 632 n.Chr.) in Arabië leefde en predikte. De Heilige Profeet onderwees echter dat hij niet een geheel nieuwe godsdienst in de wereld bracht, omdat de basisprincipes van de islam ook door de stichters van de diverse religies vóór hem werden verkondigd. De islam begon dus niet bij de heilige profeet Mohammed, maar was ook de godsdienst van Abraham, Mozes, Jezus, Krishna, Boeddha, en iedere andere profeet van God.
Omdat, strikt gezien, de heilige profeet Mohammed niet de stichter was van de islam, hij was zelf een moslim – een volgeling van de islam. Ook de profeten die hem voorgingen worden in de Heilige Koran moslims genoemd. Onze godsdienst is niet naar de heilige profeet Mohammed vernoemd. Dit is om te benadrukken dat, zoals oorspronkelijk bedoeld, dezelfde basisprincipes door alle profeten die hem in diverse delen van de wereld voorgingen onderwezen worden.
Ja. Omdat onderwezen wordt dat, zoals het universum om ons heen gehoorzaamt aan de wetten die God daarvoor heeft vastgelegd, de mens zich ook moet onderwerpen aan de leiding die de Almachtige heeft geopenbaard middels Zijn Profeet. Het onderwijst dat islam oftewel ‘onderwerping aan God’ een waarmerk is van de fysieke wereld en van de menselijke aard. Elk kind is bij geboorte een ‘moslim’ in die zin dat hij (of zij) zich volgens de ware menselijke aard gedraagt.
De oorspronkelijke leren die aan diverse volkeren werden gebracht door de profeten die onder hen verschenen, gingen geleidelijk aan verloren, werden veranderd en verdoezeld. Toen zond God de Heilige Profeet om:
a. deze originele principes opnieuw in te stellen,
b. andere waarheden te prediken die nog niet eerder gepredikt waren, maar die noodzakelijk waren nu de mensheid zich had ontwikkeld,
c. het beste van iedere godsdienst in één geloof te bundelen.
Dus de heilige profeet Mohammed verscheen als de Laatste Profeet om de hele wereld één, perfecte en eeuwigdurende, godsdienst te geven – de islam.
Een persoon wordt één moslim door in het openbaar een eed uit te spreken die bekend staat als de Kalima Sjahada. Die luidt als volgt:
Asj-hadoe an la ilaha ill Allah
(Ik getuig dat er geen andere god is dan Allah)
Wa asj-hadoe anna Moehammad-an rasoel-Oellah
(En ik getuig dat Mohammed de Boodschapper is van Allah).
De Kalima bevat de twee basiszaken waarin een moslim moet geloven: dat er slechts een God is – Allah, en dat de heilige profeet Mohammed Allah’s Boodschapper voor de mensheid is.